Welkom bij La Galerie Dior!
Met deze applicatie haalt u alles uit uw bezoek en ontdekt u bovendien exclusieve content.
Welkom bij La Galerie Dior!
Met deze applicatie haalt u alles uit uw bezoek en ontdekt u bovendien exclusieve content.
Welkom bij La Galerie Dior!
Met deze applicatie haalt u alles uit uw bezoek en ontdekt u bovendien exclusieve content.
Parijs-blauw, Longchamp-groen
“Kleur heeft verandering nodig. We zouden een blauwe lucht niet waarderen als die altijd blauw was. Het zijn juist de wolken, het steeds veranderende landschap, die de lucht zo mooi maken.”
Na de oorlog onderging de visuele cultuur van kleur ingrijpende veranderingen. Naarmate Kodachrome- en later Ektachrome-films steeds gangbaarder werden, gewaardeerd om hun vermogen om levendige kleuren vast te leggen, stapten tijdschriften geleidelijk over van illustraties naar kleurenfotografie, wat een nieuwe benadering van kleur in de mode met zich meebracht.
Voor zijn eerste collectie bepaalde Christian Dior welke “subtiele tinten” en “opvallende kleuren” de Spring-Summer 1947 zouden domineren, zoals “Parijs-blauw”, “koninklijk kaki” en “Longchamp-groen”. “Ik wil mode (en dames) niet beroven van de extra allure en charme van kleur, maar ik zou heel goed een hele collectie kunnen ontwerpen in alleen zwart of wit en al mijn ideeën naar volledige tevredenheid kunnen uitdrukken”, mijmerde de ontwerper in zijn memoires uit 1956.
De vrij sobere presentatiesalons aan de 30 Avenue Montaigne waren ingericht door Victor Grandpierre en stonden hiermee in contrast. Wit en parelgrijs, heel “Parijs” in de neo-Louis XVI-stijl waar Christian Dior zo dol op was, vormden een neutrale achtergrond die de looks extra liet schitteren.
Renée draagt het Bar-pak, Spring-Summer 1947 haute couture-collectie. Foto van Willy Maywald, 1955.
Parijs-blauw, Longchamp-groen
“Kleur heeft verandering nodig. We zouden een blauwe lucht niet waarderen als die altijd blauw was. Het zijn juist de wolken, het steeds veranderende landschap, die de lucht zo mooi maken.”
Na de oorlog onderging de visuele cultuur van kleur ingrijpende veranderingen. Naarmate Kodachrome- en later Ektachrome-films steeds gangbaarder werden, gewaardeerd om hun vermogen om levendige kleuren vast te leggen, stapten tijdschriften geleidelijk over van illustraties naar kleurenfotografie, wat een nieuwe benadering van kleur in de mode met zich meebracht.
Voor zijn eerste collectie bepaalde Christian Dior welke “subtiele tinten” en “opvallende kleuren” de Spring-Summer 1947 zouden domineren, zoals “Parijs-blauw”, “koninklijk kaki” en “Longchamp-groen”. “Ik wil mode (en dames) niet beroven van de extra allure en charme van kleur, maar ik zou heel goed een hele collectie kunnen ontwerpen in alleen zwart of wit en al mijn ideeën naar volledige tevredenheid kunnen uitdrukken”, mijmerde de ontwerper in zijn memoires uit 1956.
De vrij sobere presentatiesalons aan de 30 Avenue Montaigne waren ingericht door Victor Grandpierre en stonden hiermee in contrast. Wit en parelgrijs, heel “Parijs” in de neo-Louis XVI-stijl waar Christian Dior zo dol op was, vormden een neutrale achtergrond die de looks extra liet schitteren.
Renée draagt het Bar-pak, Spring-Summer 1947 haute couture-collectie. Foto van Willy Maywald, 1955.