Welkom bij La Galerie Dior!

Met deze applicatie haalt u alles uit uw bezoek en ontdekt u bovendien exclusieve content.

Ga verder met uw ontdekking van de geschiedenis van Dior
05

Het Dior-palet

Porselein-roze, Dior-rood

“Plotseling bevindt men zich midden in een overvloed aan materialen, het ene nog mooier dan het andere!”

De keuze van de stof, die leveranciers of placiers enkele weken voordat een collectie werd ontworpen persoonlijk aan Christian Dior kwamen presenteren, was een cruciale stap. De ‘textuur’ van een stof, oftewel hoe deze aanvoelt, bepaalt net zo goed de uitstraling als de kleur. De tweeëntwintig collecties die Christian Dior tussen Spring-Summer 1947 en Fall-Winter 1957 ontwierp, worden hier getoond aan de hand van collectiekaarten waaraan stofstalen zijn bevestigd. Samen benadrukken ze het kleurenpalet waar Christian Dior de voorkeur aan gaf.
“Het huis waar ik opgroeide was gepleisterd in een heel zachtroze kleur, gemengd met grijze kiezelstenen, en deze twee tinten zijn mijn favoriete kleuren in de couture gebleven”, herinnerde Christian Dior zich, toen hij zachte roze tinten, zoals “porcelaine” en “soupir”, in zijn vroegste collecties opnam. Daarentegen straalden meer opvallende rode tinten, “scream” en “satan”, hun verleidingskracht uit. Het beroemde “Dior rood” verscheen in 1949. Vier jaar later was deze kleur uitgegroeid tot een assortiment van acht lippenstiften, van gloeiend rood tot een lichtere karmijnrode tint, gevolgd door de eerste nagellakken in 1962 en de Ultra Dior-nagellakken in 1965.

Volgende kamer

06
Ateliers van dromen
05

Het Dior-palet

Porselein-roze, Dior-rood

“Plotseling bevindt men zich midden in een overvloed aan materialen, het ene nog mooier dan het andere!”

De keuze van de stof, die leveranciers of placiers enkele weken voordat een collectie werd ontworpen persoonlijk aan Christian Dior kwamen presenteren, was een cruciale stap. De ‘textuur’ van een stof, oftewel hoe deze aanvoelt, bepaalt net zo goed de uitstraling als de kleur. De tweeëntwintig collecties die Christian Dior tussen Spring-Summer 1947 en Fall-Winter 1957 ontwierp, worden hier getoond aan de hand van collectiekaarten waaraan stofstalen zijn bevestigd. Samen benadrukken ze het kleurenpalet waar Christian Dior de voorkeur aan gaf.
“Het huis waar ik opgroeide was gepleisterd in een heel zachtroze kleur, gemengd met grijze kiezelstenen, en deze twee tinten zijn mijn favoriete kleuren in de couture gebleven”, herinnerde Christian Dior zich, toen hij zachte roze tinten, zoals “porcelaine” en “soupir”, in zijn vroegste collecties opnam. Daarentegen straalden meer opvallende rode tinten, “scream” en “satan”, hun verleidingskracht uit. Het beroemde “Dior rood” verscheen in 1949. Vier jaar later was deze kleur uitgegroeid tot een assortiment van acht lippenstiften, van gloeiend rood tot een lichtere karmijnrode tint, gevolgd door de eerste nagellakken in 1962 en de Ultra Dior-nagellakken in 1965.

Volgende kamer

06
Ateliers van dromen